Van 20 maart tot 10 december loopt in de Kazerne Dossin in Mechelen de tentoonstelling ‘Sport en Sporters in KL Auschwitz’. Het is een internationale expo, aangevuld met Belgische verhalen.

Sport? In de hel op aarde? In ‘Onbepaald door het lot’, de op zijn leven gebaseerde roman van de Hongaarse Nobelprijswinnaar Imre Kertész (1929-2016), beschrijft het 14-jarige hoofdpersonage zijn aankomst in Auschwitz: “Ik verheugde me vooral over de aanwezigheid van een voetbalveld, meteen rechts van de weg, op een open grote plaats. Een groen grasveld, de voor het spel noodzakelijke witte doelpalen, witte lijnen op het speelveld – alles was aanwezig, zag er aanlokkelijk uit, bijna nieuw, goed onderhouden, piekfijn opgeruimd. Wij jongens riepen dan ook dadelijk naar elkaar: ‘Zeg lui, als we klaar zijn met werken gaan we daar lekker voetballen”
Het voetbalveld, zoals later zou blijken, lag op enkele tientallen meters van één van de gaskamers…
“Want sport is nu eenmaal emotie en emotie versterkt de herinnering. En het is maar beter dat we ons sommige dingen blijven herinneren…”
– Kurt Deswert
Sport in de concentratiekampen was een naargeestige persiflage van zichzelf. Het diende om de abnormaliteit te maskeren. Zowel voor gevangenen, maar ook voor de kampbewakers. Sport is immers toch het meest menselijke wat er is, niet? In het kamp kon dat al eens variëren. In de handen van de kampbewakers groeide sport ook soms uit tot een marteltuig voor gevangenen. De verplichte dagelijkse uren “lichamelijke opvoeding” -vooral in de vroege fase van de kampen- waren een extra fysieke kwelling voor de gevangenen. Na de oorlog zou men de term ‘pseudo-sport’ hiervoor gaan gebruiken.
GEEN ESCAPE TO VICTORY
Toch diende sport ook in die omstandigheden om te ontsnappen aan de gruwel van de realiteit en als ontspanning na de afbeulende dwangarbeid. We weten dat er aan ‘mentale sporten’ werd gedaan, zoals schaken en kaartspelen. Maar, er vonden ook semi-clandestiene bokscompetities plaats in Auschwitz en voetbalwedstrijden, tussen kapo’s en reguliere gevangenen. Voor de deelnemers leverde het soms extra voedsel op of lichtere werkregimes. Maar ‘Escape to Victory’-plots (de oorlogsvoetbalfilm met Sylvester Stallone, Michael Caine, Pélé en … Paul Van Himst) zaten er voor de Auschwitzsporters niet in…

De expo staat ook stil bij het verhaal van Beerschotvoetballer Sam Meljado (1905-1943). Meljado was 14 seizoenen lang een uiterst elegante middenvelder bij de Ratten. Hij werd vier keer landskampioen met de ploeg. Maar hij was ook joods en liep in de val van de bezetter. Na een verblijf in een werkkamp in het Noordfranse Les Mazures in de zomer van 1942 belandde hij via een tussenstop in Dossin in Auschwitz. Begin 1943 liet hij daar het leven. Zijn dossier van oorlogsslachtoffer in het Brusselse rijksarchief bevat twee beklijvende papiertjes. Getuigenissen van Antwerpse kampgenoten in Auschwitz. Die zagen hoe Meljado, uitgemergeld door het labeur in de mijnen, op een dag naar de gaskamers werd gestuurd… Zonder stoffelijk overschot begon er voor zijn weduwe na de oorlog een jarenlange administratieve strijd voor erkenning… Meljado, één van ’s lands beste en bekendste voetballers tijdens het interbellum, raakte in de vergetelheid. De expo brengt hem hulde.

OVERLEVING
Voor een andere Beerschotspeler liep het beter af. Jiri Taussig (1919-2010) was een piepjong, uitmuntend Tsjechoslovaaks doelman toen hij eind jaren ’30 bij DFC Praag debuteerde. Toen zijn ouders hem naar België stuurden om Frans te studeren, sloot hij zich aan op het Kiel. Hij was de Beerschotdirigenten al opgevallen tijdens een vriendenmatch. Als buitenlander moest hij twee jaar in België verblijven alvorens in aanmerking te komen voor de eerste ploeg. Doorbreken bij Beerschot zat er door de oorlog niet in. In de herfst van 1940 werd hij terug naar Tsjechoslovakije getransfereerd – de FIFA bewaart zijn internationaal transfercertificaat. Daar werd hij als jood opgepakt en naar het getto in Theresienstadt gestuurd. Hij overleefde er door … te voetballen. De Duitsers lieten voetbal toe, op een binnenkoer van het getto. Filmbeelden van de “Liga Terezin” werden zelfs in een Nazi-propagandafilm over Theresienstadt verwerkt. Opnieuw diende sport om de abnormaliteit te maskeren… Via Theresienstadt belandde Taussig in Auschwitz (en nadien nog in Oranienburg.) Hij overleefde de oorlog, onder andere omdat hij aan had kunnen sterken door het extra voedsel dat hij door het voetballen had gekregen. Taussig emigreerde uiteindelijk naar Amerika en nam een andere naam aan… Die Duitse achternaam wou hij niet meer…
“Sport en Sporters in KL Auschwitz” toont de vele facetten van sport tijdens de oorlog. Zowel de onmenselijke als de menselijke. De misschien wat bijzondere invalshoek werkt ook. Want sport is nu eenmaal emotie en emotie versterkt de herinnering. En het is maar beter dat we ons sommige dingen blijven herinneren…
Kurt Deswert – Voetbalhistoricus, auteur van ‘Schwalbe’ (2023)