Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel heeft een sterke reputatie. Het staat bekend om zijn kwaliteit. Steeds meer ouders kiezen ervoor om hun kind naar een Nederlandstalige school te sturen en dat is niet toevallig. Sinds 2000 zijn er duizenden plaatsen bijgekomen in het basis- en secundair onderwijs. Daarnaast is scholenbouw ook een instrument om aan stadsvernieuwing te doen. Scholen zijn belangrijke ontmoetingsplekken en samen met de bouw van scholen herleeft ook de wijk. Vanuit die optiek ontstond het concept ‘brede school’.
Scholenbouw doet wijken heropleven.
Scholen zijn bakens in de wijk. Het zijn plaatsen waar iedere dag veel mensen verzamelen. Goede architectuur met respect voor de stedelijke en historische context zorgt voor heropwaardering van de Brusselse wijken. Veel scholen vallen op omwille van hun bijzonder karakter. Ze zijn het resultaat van een mix van heden en verleden, geven een nieuwe bestemming aan ongewone gebouwen, zijn ingepland op uitzonderlijke locaties in de stad of blinken uit omwille van hun toonaangevende architectuur.
Schooluitstap
Daarom gaan we, samen met het Willemsfonds Brussel, een kijkje nemen in een aantal van deze scholen en vernemen we vanuit de eerste hand hoe een school tot stand komt in een bepaalde context en met welke parameters rekening gehouden moet worden om tot een welbepaalde architectuur te komen. De eerste editie, welke zich eerder toelegde op de geschiedenis van de publieke scholenbouw in Brussel, was alvast een groot succes.
Vanop het Anneessensplein gingen we van start met de voormalige gemeenteschool nr. 13 (nu Institut Supérieur Lucien Cooremans). Een uitzonderlijk mooi gebouw in neo-Vlaamse renaissancestijl uit 1877, ontworpen door de befaamde architect Charles-Emile Janlet. Achter het hoofdgebouw dat de administratieve lokalen en de woningen van de directeur en de conciërge bevat, strekken zich twee loodrechte vleugels uit van drie verdiepingen met daarin de klaslokalen. Tussen beide vleugels ligt de overdekte speelplaats.
De volgende stop was meteen één van de hoogtepunten. De modelschool van de Ligue de l’Enseignement, ontworpen door Ernest Hendrickx uit 1875. De Ligue de l’Enseignement werd opgericht op 28 december 1864 door progressieve liberalen die het onderwijs in België wilden bevorderen. De oprichtende leden, onder wie Karel Buls, die schepen van openbaar onderwijs was alvorens burgemeester van Brussel te worden, waren alle afkomstig uit de Libre-pensée, een burgerlijke kring van vrijdenkers. De Ligue ijverde voor verplicht, kosteloos en vrijzinnig onderwijs en wou zowel de inhoud van de leerprogramma’s hervormen als de schoolgebouwen vernieuwen. Ze pleitte ook voor een beter sociaal statuut voor onderwijzers, onderwijs voor meisjes en de oprichting van volksbibliotheken, scholen voor volwassenen en normaalscholen om de leerkrachten op te leiden. Ze verspreidde geregeld publicaties met haar standpunten, lobbyde bij de politieke wereld en organiseerde openbare vergaderingen.
Om hun ideeën in praktijk te brengen, vatte de Ligue het plan op om de bouw te financieren van een modelschool die door zijn geperfectioneerde leerprogramma’s, zijn rationele onderwijsmethodes en inrichting van de klaslokalen als voorbeeld zou dienen voor alle volksscholen van het land. Bij de bouw van de Modelschool nr. 110 aan de M. Lemonnierlaan werd in ruime mate gebruik gemaakt van nieuwe technologieën en materialen, zoals staal voor de steunbalken van de galerijen, de overkapping van de binnenplaats en de lateien van de ramen. Ook de verwarming, de verluchting en het sanitair waren zeer modern voor die tijd.
De Modelschool kreeg navolging in de bouw van een tiental scholen op het grondgebied van Brussel, maar ook in de randgemeenten en elders in België. Zo ook de volgende stop; de lagere school nr. 7 (1897) aan de Hoogstraat, gebouwd door architect Adolphe Samijn. Ook hier vinden we een voorbouw aan de straat, met inkom en dienstlokalen, met dwars erop een beglaasde hal met hellend vlak als overgang naar het eigenlijke, lager gelegen klassengebouw.
Het Sint-Jan Berchmanscollege kon natuurlijk ook niet ontbreken aan de lijst. De jezuïeten openden hun eerste college in België op 29 augustus 1835 in het oude hotel van Hoorne in de Ursulinenstraat. De aanhoudende stijging van het aantal leerlingen eiste een radicale oplossing: ofwel een ingrijpende renovatie van de gebouwen ofwel verhuizen. De voorkeur ging uit naar deze tweede oplossing, ook al omdat de Noord-Zuidverbinding, waarvan de werken in 1903 waren begonnen, een deel van het internaat zou opslokken. Maar onder druk van de ouders en de oud-leerlingen werd de oude vestiging gehandhaafd. Het college heette tot 1905 ‘Collège Saint-Michel’, waarna het de naam droeg ‘ancien collège Saint-Michel’ om het onderscheid te maken met het ‘nouveau collège Saint-Michel’ gelegen in Etterbeek (zie hieronder). Nadat de Franstalige sectie definitief naar Etterbeek verhuisd was, verkreeg het in 1953 de huidige benaming ‘Sint-Jan-Berchmanscollege’.
In de gietende regen gleed onze wandeling door naar de kleuterschool van Victor Horta uit 1897. Waar een fantastische renovatie van art-nouveau-experte Barbara Van der Wee de oorspronkelijke pracht herstelde en bovendien de capaciteit verdubbelde door in de kelders klaslokalen te bouwen.
Onze wandeling eindigde in een nieuwbouwproject: de Nieuwlandsite, waar de Sint-Joris basisschool net klaar was voor ingebruikname. De geschiedenis van de site is boeiend in een groot gebouwencomplex op nummer 198 werkten de zusters van het Heilig Hart aan de wederopvoeding van “mislopen of gevallen meisjes”. Zij verlieten Nieuwland in 1922, nadat het gebouw in 1921 was aangekocht door kardinaal Mercier en ter beschikking gesteld van de Broeders van de Christelijke Scholen, om er de tweetalige normaalschool Sint-Thomas te openen.
In 1950 kochten de Broeders de gebouwen over van het aartsbisdom en een nieuwe bouwcampagne startte. De gevels kregen hun definitieve uitzicht. Om de bouw te financieren deed men een beroep op milde weldoeners en op de goklust van de oud-studenten. De impact van het instituut op het Vlaamse onderwijslandschap is moeilijk te overschatten. Er werden navormingen en Pedagogische Seminaries ingericht; het tijdschrift ‘Stem uit Nieuwland’ publiceerde regelmatig artikelen rond onderwijsvernieuwing en projectwerking en afgestudeerden vond je terug in alle lagere en middelbare scholen van Vlaanderen. Sint-Thomas op zijn best.
Vandaag is de Nieuwlandsite de eerste echte Brede school in Brussel. Met dit uitgangspunt wordt de kans gegeven aan een kind om gedurende zijn pedagogisch parcours , door te groeien op één zelfde plek. Daarom introduceerde de site ruimte voor een kinderdagverblijf, kinderopvang, een basisschool, een muziekacademie en een deeltijds kunstonderwijs. Een echte kansenmachine.
Ontdek onze volgende wandelingen in de reeks ‘schooluitstap’ in de Kortweg of blijf op de hoogte via centrum@willemsfondsbrussel.be, tot dan!
Groeten, Frederik Ceulemans
C: Korei vzw – Gids Carlo Decaluwée, Erfgoed.brussel, ‘Brusselse scholen in beeld’ (VGC)