De oorlog in Gaza duurt nu al meer dan vijf maanden. Gruwel en geweld alom die niemand koud laat. De Kortweg is niet de tribune waar we dit even gaan uitklaren. Boeken en literaire essays zijn wel een handige manier om er toch iets over te zeggen zonder de woede van de enen of de anderen over me heen te halen.
In de jaren 90 schreef Mario Vargas Llosa “Een wandeling door Hebron”, een opiniestuk voor de krant El Pais. De Nobelprijswinnaar literatuur Vargas Llosa vertelt in dit opiniestuk hoe een wandeling door het stadje Hebron, op de Westelijke Jordaanoever, “een praktische les is over de theorie van de tegenstrijdige waarheden” van liberale filosoof Isaiah Berlin: “het is een vergissing te geloven dat een waarheid altijd haar tegendeel uitschakelt “. Twee totaal onverzoenbare visies kunnen beide juist zijn. Dit is het waardenpluralisme van Isaiah Berlin. Wanneer ik de voorbije maanden in TV-studios en op de radio tal van prominenten hoor terugblikken op de geschiedenis van Israël en Palestina dacht ik vaak aan Berlins stelling en aan de wandeling door Hebron. Het klopt. Absoluut. Maar het helpt ons ook totaal niet vooruit. Veel spanningen en conflicten zijn net het gevolg van het eindeloos peuteren in de ingewanden van de geschiedenis op zoek naar het eigen gelijk. Het wederzijds peuteren, ook al heeft elkeen gelijk, doet toch voornamelijk de totale stank toenemen. Van kennis van de geschiedenis worden we niet wijzer. Enkel van een compromis.
Even terzijde, Isaiah Berlin was zelf een overtuigd zionist, maar heeft tot op zijn sterfbed herhaald dat er geen toekomst voor Israël was zonder een toekomst voor de Arabische/Palestijnse bevolking.
Met mijn tweede bedenking begeef ik me op glad ijs. In 1998 schreef de Libanees/Franse romancier Amin Maalouf het essay Moorddadige identiteiten. Een essay dat je kan blijven herlezen, vol nuances en ook wel vol clichés. Samengevat: we mogen identiteit niet persecuteren, noch er te inschikkelijk mee omgaan, maar we moeten het aandachtig bestuderen, begrijpen, om het vervolgens te temmen en domesticeren. Amin Maalouf vertelt hoe identiteit ontstaat uit trauma’s en frustraties, uit wrok en uit wanhoop. Hij vertelt hoe in het Midden-Oosten de religieuze identiteit de bovenhand neemt. De dominante westerse identiteit heeft hen vernederd. De alternatieven, nationalisme en socialisme, hebben er gefaald.
Maar dit is niet het voornaamste dat ik uit dit essay heb onthouden. Amin Maalouf vertelt er ook hoe religie een bijzonder weinig geschikt criterium is voor identiteit, in tegenstelling tot taal. “Godsdienst wil exclusief zijn, taal niet “. Je kan meertalig zijn. Je kan niet ‘multi-religieus’ zijn. “De scheiding van kerk en staat volstaat niet meer,” schreef Amin Maalouf in 1998, “het is al even belangrijk om het religieuze en het identitaire van elkaar te scheiden”. Religie verdient respect, uiteraard, maar het is niet geschikt voor gedeelde identiteit.
Even terzijde, Amin Maalouf is een Arabischsprekende christen in het complexe multiconfessionele Libanon. Het conflict in Gaza is volgens hem geen godsdienstoorlog, maar een identitaire oorlog, waar de identiteit aan beide zijden meer en meer door godsdienst bepaald wordt. Overeenkomstig het adagium dat godsdienst naar exclusiviteit neigt is er dus steeds minder ruimte voor compromis.
Het conflict in Gaza deed me aan deze essays van Vargas Llosa en Maalouf denken. Noch het historisch gelijk, noch de religieuze sympathie helpen het debat. Het is geen meerwaarde in het Midden-Oosten, en hier al evenmin, in haar overgedragen en geïmporteerde vorm. Dit lijkt wel een gepaste opinie voor de Kortweg.
Johan Basiliades