Met zijn nostalgische “Cinema Paradiso” oogstte Giuseppe Tornatore heel veel lof, en met zijn jongste film “MALENA” herhaalt hij in zekere mate hetzelfde trucje. Hij vertelt ook weer een geschiedenis uit “de tijd van toen ” die speelt tijdens de Tweede Wereldoorlog.De film is gebaseerd op een verhaal van Liciano Vincenzoni en wordt ook weer verteld vanuit het standpunt van een, dit keer dertienjarig, jongetje. Renato Amoroso, de verteller – gespeeld door Giuseppe Sulfaro – is één van de kereltjes die tijdens de eerste oorlogsjaren in het Siciliaanse Castelcu to hun ontluikende puberteitscrisissen doorworstelen terwijl ze rondhangen in het stadje, de meisjes begapen, erover fantaseren en opsnijden tegen elkaar.
Het middelpunt van de mannelijke dromen, en van die van Renato Amoroso in het bijzonder, is de magnifieke Malena Scordia. Monica Belluci maakt door haar interpretatie van de hoofdrol een soort oermoederfiguur die heel veel mensen zal doen terugdenken aan de beste rollen van Sophia Loren en Claudia Cardinale.
Haar man vecht met de Mussolini-troepen in Africa, in haar eenzaamheid danst ze solo in haar huiskamer op de tonen van een zwoele vroege jaren ’40 song zonder te weten dat Renato haar bespiedt en totaal van de kook raakt door haar dans. Hij gaat de plaat kopen en wil niks anders meer horen. Als hij wat later ook nog een stuk ondergoed van haar wasdraad kan jatten is het hek helemaal van de dam. Tot zijn ouders hem ermee in bed vinden en hem onmiddellijk hysterisch beginnen uitmaken voor pervert.
Na die behoorlijk grappige en tragi-komisccg aanzet als een soort opera buffa over het ontluikende seksleven van Renato en z’n maatjes gaat de film een heel andere, veel bitterder toer op. Malena krijgt slecht nieuws: haar man is gesneuveld. Maar van enig respect voor de weduwe is geen sprake. Haar status als echtgenote van een soldaat hield tot dan toe de meeste mannelijke pretendenten op redelijke afstand. Maar nu haar man dood is wordt het pas goed duidelijk dat niet alleen de pubers van haar dromen. Ze wordt bekeken en behandeld als een stuk loslopend en zeer begeerlijk wild. Bovendien heeft ze het zeker niet breed en wordt ze mettertijd zowat verplicht om zich te prostitueren om te kunnen overleven.
Bij het einde van de oorlog wordt ze daarvoor door het hele stadje, en vooral door de vrouwen, letterlijk uitgespuugd, voor verrot gescholden , geslagen en uiteindelijk verjaagd. En dan, als je het als toeschouwer eigenlijk al niet meer verwacht, maakt het verhaal nog een laatste scherpe bocht en zorgt ervoor dat diegenen die de hele story tot de laatste snik meeleven toch de zaal uitkunnen met wat optimistiche gevoelens.
“Malena “mikt zonder schroom op “een lach en een traan”. Maar met mooi vakmanschap en zonder al te veel grof effectbejag, gedragen door stevige acteursprestaties en ondersteund door een schitterende score van Ennio Morricone.
Uit Kortweg 2 – april 2001