Sinds 2013 schrijft Kurt Deswert, voorzitter Willemsfonds Woluwe, maandelijks een column over poëzie in Vlam, het blad van gemeenschapscentrum Op-Weule. Voortaan worden deze columns ook gepubliceerd in Kortweg Flash.
Verliezen is een kunst die zich simpel leren laat;
zoveel dingen lijken zich zo graag te verliezen
dat bij hun verlies de wereld niet vergaat.
Verlies iets elke dag. Sleutels weg, aanvaard
de agitatie, tijd vermorst, niet kniezen.
Verliezen is een kunst die zich simpel leren laat.
Oefen dan op meer verliezen, met nog meer vaart:
plaatsen, en namen en welke bestemming je zou kiezen
voor een reis. Niets waardoor de wereld vergaat.
Het horloge van mijn moeder. En kijk! mijn laatste, of
op één na laatste van drie geliefde huizen naar de gallemiezen.
Verliezen is een kunst die zich simpel leren laat.
Ik verloor twee mooie steden. En, op de grote kaart,
een continent, twee stromen, uit koninkrijken kon ik kiezen.
Ik mis ze, maar het is geen wereld die vergaat.
Zelfs over het verlies van jou (stem met een lach, een gebaar
waarvan ik hou) zal ik niet hebben gelogen. Verliezen
is een kunst die zich zo simpel leren laat
hoewel het misschien lijkt of (Schrijf op!) of de wereld echt vergaat.
In een interview verklaarde de Amerikaanse Elizabeth Bishop (1911- 1979) ooit dat ze eens twintig jaar lang aan een gedicht had gewerkt*. Ze was vertrokken van de eerste twee à drie strofes en de laatste. Haar inspiratie had ze opgedaan tijdens een busritje. Het zou nog decennia duren vooraleer ze het volledige gedicht afkreeg.
Haar meticuleuze manier van werken zorgde ervoor dat Bishop tijdens haar leven slechts 101 gedichten publiceerde. Zelf deed ze vaak nogal schamper over haar métier.“Er is eigenlijk niets dat gênanter is dan een dichter zijn,” zei ze. Maar haar poëzie werd wel sterk geapprecieerd door mededichters en door critici. In 1956 won ze dan ook een Pulitzerprijs voor haar werk. Ze verbleef toen in Brazilië. Haar overwinning vierde ze met … twee Oreokoekjes. Het grote publiek ging pas na haar dood langzaam overstag. Vandaag wordt ze als één van de voornaamste Amerikaanse dichters van de voorbije eeuw beschouwd.
Dit gedicht kwam wél plots. Het is eigenlijk een ‘villanelle’, een uit Italië stammende gedichtvorm, met 19 verzen. Een soort ‘boerenliedje’, waarin binnen het rijmschema een aantal woorden letterlijk hernomen worden. Sommige verzen lijken heel erg op elkaar, maar krijgen door hun positie telkens een licht andere betekenis. Bishop schreef het met de hulp van dichter Frank Bidart (°1939) die haar een rijmwoord aan de hand deed, waardoor ze het gedicht kon maken ‘alsof ze een brief aan het schrijven was’. Zelf zou Bishop in haar latere levensjaren als gevestigd schrijfster overstelpt worden met poëzie van beginnende dichters en vragen voor poëtische hulp.
Verlies was spijtig genoeg een rode draad door haar leven. Bishops vader stierf toen ze nauwelijks acht maand oud was. Haar moeder, die dat verlies niet verwerken kon, zou vier, vijf jaar later definitief in een gesticht verzeilen. Bishop zelf werd opgevoed door familie en kennissen. Het leidde tot een leven van verhuizen en zaken achterlaten. En dus ook tot dit gedicht.
Kurt Deswert
* Bishop zou ‘The Moose’ (NL. De Eland) uiteindelijk pas in 1976 publiceren