Het Willemsfonds zag het daglicht in Schaarbeek in 1879 onder impuls van de dichter Emanuel Hiel. Het Willemsfonds baadde in de liberale burgerlijke cultuur die het stedelijk leven domineerde in de XIXe eeuw. We blikken in enkele afleveringen terug op de geschiedenis van dit stedelijk liberalisme. In deel 1 lazen we hoe de partijpolitiek ca. 1860 haar intrede deed in Schaarbeek met de verkiezing van de eerste liberale burgemeester en de oprichting van La réunion électorale de Schaerbeek. In deel 2 leerden we Henri Bergé kennen, de schaduwburgemeester, op de achtergrond van de strijd voor de uitbreiding van het stemrecht. In deel 3 maakten we kennis met twee buitenbeetjes: Frans Haeck en Emanuel Hiel.
Deel 4: Tijd om het stedelijk liberalisme te omschrijven
De kieshervorming van 1883 was een zegen voor de liberalen in de steden. Het algemeen meervoudig stemrecht vanaf 1895 zette hun hegemonie opnieuw onder druk. Alle mannen boven de 30 jaar oud kregen stemrecht. Gezinshoofden kregen een tweede stem. Eigenaars kregen één of twee extra stemmen. Op lokaal vlak kon je dus nog een vierde stem krijgen. 7.336 kiezers brachten zo in totaal 13.997 stemmen uit in Schaarbeek. Dit is 13% van de bevolking in 1895. De uitslag van de verkiezing: de katholieken halen 13 zetels, de antiklerikalen 14, waarvan 8 doctrinaire liberalen, 3 progressieve liberalen en 3 socialisten. Bijkomende eigenaardigheid op lokaal vlak in steden met meer dan 20.000 inwoners was de verkiezing van vertegenwoordigers van de professionele belangen: er worden door arbeiders en patroons, meer patroons dan arbeiders hebben gek genoeg stemrecht bij deze verkiezing, vier bijkomende gemeenteraadsleden verkozen: één katholieke en één liberale werkgever, één katholieke en één socialistische arbeider. Het brengt de verhouding op 15 katholieke in de oppositie, tegenover 16 antiklerikalen in de meerderheid. Een nipte antiklerikale meerderheid. Maar wederom benoemt de Belgische regering de katholieke Guillaume Kennis als burgemeester tegen de meerderheid in die Huart-Hamoir (foto bovenaan) had voorgedragen.
De sociale ethos
De samenwerking op stedelijk niveau tussen alle tinten liberaal en socialist weekt iets bijzonders los, in België en in heel Europa. We noemen het hier het stedelijk liberalisme. De Engelsen hebben het over de Municipal Gospel, een nieuw hervormingsgezind gemeentelijk evangelie wiens kerk letterlijk het gemeentehuis is. Hoe vatten we dit begrip samen in één paragraaf?
De stad groeit: in 1860 telde Schaarbeek 13.751 inwoners. In 1890 zijn ze met 50.826. In 1920: 101.526. Met de stad groeit de welvaart van de burgerij en de armoede bij de fabrieksarbeiders. En daartussenin de kleinburgerlijke stedelijke middenklasse van handelaars en ambachten. Dit zijn de ingrediënten:
- een sterk lokaal burgerlijk chauvinisme;
- de lokale autonomie tegen een nationale elite: in Engeland was dat tegen het door de landelijke en Anglicaans gedomineerde aristocratie die vanuit Londen bestuurde, in België richten de pijlen zich al snel op de Katholieke regeringen die de liberalen nationaal buitenspel zetten vanaf 1870 tot 1878 en definitief vanaf 1884. De benoeming door de regering van Guillaume Kennis tot burgemeester is daarvan een mooi voorbeeld;
- een complexloos lokaal sociaal interventionisme (vooral qua onderwijs, gaz- en watervoorzieningen, hospitalen, …);
- dit allemaal, overgoten met een soort “hogere zin voor verantwoordelijkheid”, een sociale ethos. In Engeland vanuit de dissidente kerkgemeenschappen en het geloof – vandaar het begrip Municipal Gospel. In de steden in België vanuit de Loge en het antiklerikaal verbond over politieke meningsverschillen heen.
We moeten er zeker geen groot politiek theoretisch kader achter zoeken. Ze hadden de meest uiteenlopende politieke contacten met socialisten, anarchisten, mutualisten, nationale bevrijders, liberalen, free traders, …. Er was ook geen plan. Ze gaven vanuit hun lokale trots en autonomie praktische antwoorden op een nieuwe, zeer, zeer snel groeiende stad en haar problemen én mogelijkheden. Ze deden het wel met een bijzonder en ongezien voluntarisme en bijhorende theatraliteit. Het decor is de gemeente. De monumentale gemeentehuizen in Sint-Gillis, Laken, Molenbeek, en dus ook Schaarbeek zijn hun kerken.
Het gemeentehuis
Henri Bergé’s toespraak bij de opening van het gemeentehuis van Schaarbeek in 1887 vat het samen. Hij stelde dat je het succes van een gemeente kan maken. Le Palais communal, zoals hij het gemeentehuis noemt, is geen luxe. Al altijd richten de mensen monumenten op voor wat hen het meest dierbaar is. Dit gemeentelijk paleis past, volgens Bergé, in deze traditie en zal ons helpen die periode uit onze geschiedenis, de middeleeuwen en renaissance, toen onze steden autonoom en welvarend waren, doen herleven. De Vlaamse neorenaissance stijl van het gemeentehuis was dus geen toeval, maar een bewuste politieke keuze.
Johan Basiliades
Reeks “Een kleine geschiedenis van het stedelijk liberalisme in Schaarbeek“:
Deel 1: De erfgenamen van de La réunion électorale de Schaerbeek.
Deel 2: Over Henri Bergé en over het stemrecht
Deel 3: Twee buitenbeetjes: Frans Haeck en Emanuel Hiel
Deel 4: Tijd om het stedelijk liberalisme te omschrijven
Deel 5: Le faubourg des artistes en La cité des écoles. Kunst en onderwijs dus
Deel 6: Fernand Blum, de laatste radicaal en de transitie naar vandaag