Als er in het Willemsfondsarchief één symbool manifest aanwezig is, is het wel de uil. Gestileerde Willemsfondsuilen vind je terug op affiches en briefpapier, op vlaggen en pins, op borden en in de Bronzen Uil van het Betere Boek, op covers van boeken en tijdschriften, in sociale media en op het wereldwijde web. Was er een bewuste keuze voor de uil als symbool van de wijsheid, met roots die teruggaan tot de Griekse oudheid en de godin Pallas Athene? Een verleidelijke mythe, de realiteit is net iets prozaïscher.
Provinciale tentoonstelling
In 1929 nodigt de provincie Oost-Vlaanderen het Willemsfonds uit om met een promostandje deel te nemen aan een “tentoonstelling der goedkope woning”. We lezen in de verslagboeken van het hoofdbestuur dat op die tentoonstelling aandacht zou zijn voor de bibliotheek van de arbeiders- en kleinburgergezinnen en dat het Willemsfonds boeken zou kunnen tentoonstellen die in deze “kringen” thuishoren.
Het Willemsfonds wil van de gelegenheid gebruik maken om de communicatie wat te stroomlijnen en denkt aan een standaardlogo voor de uitnodigingen, postkaarten en affiches van de afdelingen. Een traditionele prijsvraag moet hier uitkomst bieden. Uiteindelijk leveren de studenten van de Gentse Academie voor Schone Kunsten het winnend ontwerp. Jan De Cleermaeker ontvangt voor zijn ontwerp een geldprijs ter waarde van 150 frank, de runners up krijgen respectievelijk de helft en een derde toegeschoven. Mecenas van dienst is Julius Hoste jr., directeur van Het Laatste Nieuws en boegbeeld van de Brusselse Willemsfondsafdeling, die met 200 frank het leeuwendeel van de prijzenpot voor zijn rekening neemt.
In het logo zit de gestileerde uil, zwart op een gele achtergrond ter benadrukking van het Vlaamse karakter van het Willemsfonds, op twee boeken, met daaronder de tekst: “Het Willemsfonds streeft naar een betere toekomst door verstandelijke ontwikkeling. Steun het door uw lidmaatschap.”
Er wordt opdracht gegeven om 10.000 postkaarten en 3.000 blanco-affiches (met enkel het logo) te drukken. De afdelingen krijgen in februari 1931 volgende boodschap in de bus:
“Er wordt, ter kennismaking, een exemplaar gezonden van een propagandaplakbrief en van een propagandapostkaart. Op zoo’n aanplakbrief kan de afdeeling, desgewenscht, b.v. in het rood, haar concert-voordrachten laten aankondigen; en op de achterzijde van zoo’n postkaart kan de uitnoodiging voor een voordracht en de dagorde daarvan gedrukt worden. Aanplakbrief en postkaart werden gedrukt op uitdrukkelijken wensch van de algemeene vergadering, zoodat de afdeeling zich zedelijk verplicht dienen te achten, er gebruik van te maken.”
Waarom een uil?
Waarom juist de uil als symbool werd gekozen, konden we niet achterhalen. De meest waarschijnlijke piste – nog steeds in de voorwaardelijke wijs – is de link met Uilenspiegel van Charles De Coster. In 1927 wordt de honderdste verjaardag van de geboorte van De Coster uitgebreid herdacht. Zo wordt in de Willemsfondsafdeling Antwerpen de schrijver van Uilenspiegel in december 1927 door Lode Monteyne (1886-1959) bewierookt voor zijn liefde voor de vrijheidsstrijders van de zestiende eeuw en voor zijn geestdriftige verdediging van de gewetensvrijheid. Twee jaar later publiceert het Comiteit voor de Nederlandse Zang van het WF in de reeks Nederlandsche Zangstukken een Uilenspiegelnummer (reeks 40/3). Voor de teksten tekent de Nederlandse dichter David Tomkins; de Geluwenaar Remi Ghesquiere zorgt voor de muziek.
De oplossing van het raadsel ligt mogelijks ook in Blankenberge. Einde jaren 1920 wordt er de studiekring Uylenspiegel opgericht, als onderafdeling van de Onderrichtsbond die in samenwerking met de plaatselijke Willemsfonds-afdeling literaire activiteiten inrichtte. De tekening van een uil op twee boeken gezeten in de hoofding van hun briefwisseling en propaganda doet immers heel sterk denken aan de tekening van de uil op de Willemsfonds-postkaart. Plagiaat, gewettigde inspiratie of puur toeval, wie zal het zeggen, de uil blijft in elk geval tot vandaag hét symbool van niet enkel wijsheid en belezenheid maar ook van het Willemsfonds. •
Geertrui Coppens en Bart D’Hondt, Liberaal Archief/Liberas