De burgemeester van Brussel en de handel in blanke slavinnen

Felix Vanderstraeten werd burgemeester van Brussel in 1879. Na een groot schandaal trad hij af in 1881, waarna Karel Buls het ambt overnam. (foto: collectie Liberas)

Een tussenpaus. De ambtstermijn van Félix Vanderstraeten als burgemeester van Brussel viel pal tussen die van twee van de meest legendarische burgemeesters die onze hoofdstad ooit heeft gekend; Jules Anspach en Karel Buls. In tegenstelling tot zijn voorganger en opvolger wist Vanderstraeten zijn stempel nooit te drukken op de Brusselse geschiedenis. Vandaag is er zelfs geen straat, plein of laan naar hem vernoemd… En dat had grotendeels te maken met hoe er een einde aan zijn burgemeesterschap kwam. Vanderstraeten raakte namelijk betrokken in een internationaal prostitutieschandaal…

Anno 1880 was Brussel een heuse “boom town”. Vanderstraeten had net, na jarenlang als eerste schepen, de overleden Jules Anspach (1829-1879) opgevolgd. Als burgemeester had die Brussel grondig getransformeerd. De Zenne werd overwelfd en grote lanen zoals de Henegouwenlaan (later: Lemonnierlaan), Noordlaan (later: Adolphe Maxlaan) en de Centrale Laan (later zelf naar Anspach vernoemd) zagen het levenslicht. De drastische ingrepen veranderden het aanzien van de binnenstad. À la façon van het Parijs van Haussman wou Anspach met de brede boulevards het ‘schoon volk’ naar de benedenstad lokken en zo de stad een nieuw elan geven.

De ingrepen wogen zwaar door op de stadskas. De bodem ervan was al in zicht, toen Vanderstraeten burgemeester werd. Net als zijn voorganger had hij rechten gestudeerd aan de ULB. Vanderstraeten was rechter aan de arbeidsrechtbank en zetelde al sinds 1872 in de gemeenteraad. Zijn vader had een brouwerij in de Sint-Laurensstraat in het Brusselse centrum. Die brouwerij zou uiteindelijk zijn politieke ondergang inluiden…

Tegen de achtergrond van al die stedenbouwkundige razernij, had zich ook een revolutie van een geheel andere aard afgespeeld. De jaren ’60 van de 19de eeuw brachten immers haar eigen seksuele omwenteling met zich mee. Die vertaalde zich onder andere in veranderende zeden. Lokale geneesheren kloegen er bijvoorbeeld over dat tal van zogenaamd brave huisvaders in de bordelen, parken en steegjes van de hoofdstad zaken ontdekt hadden die ze nu ook begonnen te verwachten van hun eega’s thuis… En, het moet gezegd; het aantal prostitutees en bordelen in Brussel was aanzienlijk. Toen de Franse dichter Charles Baudelaire in 1864 onze hoofdstad aandeed, scheef hij: “C’est la coutume à Bruxelles, toutes les soirées finissent dans un établissement de tolérance». De prostitutie in onze hoofdstad was al sinds de jaren ’40 gereglementeerd. Prostituees moesten zich bijvoorbeeld twee maal per week aandienen voor een medische controle. Die vond plaats in een dispensarium. In de … Sint-Laurensstraat…

Seksindustrie in crisis
Tegen 1880 was de Brusselse seksindustrie wel een beetje in een crisis gesukkeld. Dat was een gevolg van de intussen achterhaald geworden regelgeving, maar ook van Anspachs werken. Die hadden het aantal bordelen in Brussel drastisch gereduceerd. Lange tijd hadden er immers drie categorieën bordelen in Brussel bestaan, al naargelang de prijs die er gehanteerd werd. Maar de sanering van de Brusselse volkswijken had de bordelen van tweede en derde categorie helemaal weggevaagd. In 1876 bleven er nog maar een 12-tal bordelen van eerste categorie over ¹. De straatprostitutie was daarentegen welig beginnen tieren. En die was veel moeilijker te controleren door de lokale politie.

De bordeelhouders kloegen steen en been over de oneerlijke concurrentie. Ze werden immers streng gecontroleerd. En, bijkomend, er mochten ook geen minderjarige prostituees aan de slag… Zoals op straat wel het geval was… Bij hoofdcommissaris van politie Lenaers en bij Schröder, hoofd van de zedenpolitie, vonden de bordeelhouders een gewillig oor. Nogal wiedes; de eerste had -zoals later aan het licht zou komen- via zijn zoon in het geheim een exclusief en uiterst lucratief contract met de erkende bordelen afgesloten voor de levering van alcohol… Schröder had dan weer een maîtresse die werkte in één van de grootste hoerenhuizen van de hoofdstad… bij “Madame Paradis” in de Peterseliestraat… De agenten stelden dan ook een nieuw prostitutiereglement samen dat veel lichter was voor de bordelen. Dat werd door de gemeenteraad goedgekeurd. Officieus werd ook besloten dat ze voortaan een oogje toe zouden knijpen, mochten er minderjarige meisjes tewerkgesteld worden… Maar dan wel met één stilzwijgende afspraak. Ze mochten geen maagd meer zijn…

Dat die stilzwijgende afspraak tot mistoestanden zou leiden, stond in de sterren geschreven… De meisjes kwamen een beetje van overal. Een aantal van hen werd “gerekruteerd” in Engeland …² De Engelse meisjes bleken erg in trek in Brussel. Ze werden naar België gelokt met de belofte op warme maaltijden en comfortabele huisvesting… Een tiental Engelse meisjes kwam zo hier terecht. Eén van hen, de 18-jarige wees Louisa Hennessy, was onder valse voorwendselen naar Brussel gelokt. Bij “controle” door de al eerder genoemde Madame Paradis, bleek ze nog maagd te zijn… Om aan de officiële keuring door een erkende arts te kunnen voldoen, werd Hennesy eerst naar een bordeel in Antwerpen gestuurd… Bij terugkomst enkele weken later bleek het “euvel” op mensonterende manier opgelost… Schröder hielp met de vervalsing van de nodige documenten…

Hennesys verhaal en dat van de andere Engelse meisjes zouden echter niet onder de radar blijven. Begin 1880 verschenen de eerste artikels in de Britse pers. Het schandaal dat al gauw bekend werd onder de noemer ‘handel in blanke slavinnen’ deinde dermate uit in de Britse dagbladen, dat Scotland Yard besloot om twee detectives naar Brussel te sturen. Ook de Belgische pers pikte de verhalen op. Vooral de katholieke kranten trokken scherp van leer tegen de verwilderde zeden en belangenvermenging in Brussel.

Lenaers en Schröder bleven in eerste instantie buiten schot. Tot beiden nogal domweg één van de journalisten voor de rechter sleepten, die hen vernoemd had in zijn artikels. Tijdens de rechtszaak kwam hun perfide rol aan het licht ³. Vanderstraeten, die zonder al te veel animo de feiten maar had laten passeren, kwam ook in de problemen. De Sint-Laurensstraat, waar de brouwerij van zijn vader lag, was immers gaandeweg het epicentrum geworden van de internationaal zwaar onder vuur liggende Brusselse prostitutiewereld. Naast de medische controle, hadden er doorheen de jaren al een paar bordelen de deuren geopend… Daarbij zou het niet blijven… Twee dagen voor de Brusselse gemeenteraad, die door Vanderstraeten voor werd gezeten, besloot om twee nieuwe bordelen in de straat te erkennen, had hij de oude familiebrouwerij van de hand gedaan… Uit angst dat het pand nog verder in waarde zou verminderen… Ironisch genoeg verkocht hij het … aan een bordeelhouder (die er vervolgens het grootste luxebordeel van Brussel van zou maken…). Toen de verkoop naar buiten kwam, in volle schandaalperiode, zag Vanderstraeten zich genoodzaakt af te treden… Officieel deed hij dat omwille van gezondheidsproblemen. Maar in feite was hij dus betrokken geraakt bij één van de grootste internationale schandalen van de jaren ’80. De affaire zou nadien nog tal van internationale uitlopers kennen en nog decennialang in de media opgevoerd worden …

Vanderstraeten had erbij gestaan en gekeken hoe Brussel de trieste primeur kreeg om als allereerste locus delicti voor de ‘handel in blanke slavinnen’ te dienen… Het zou zijn nalatenschap voor eeuwig bezoedelen.

¹ Zo’n 3/4de minder dan 20 jaar voordien. In de luxebordelen werd betaald met coupons of jetons. Na de dienst konden de prostituees de couponnetjes of jetons dan inruilen voor geld.
² Engelse meisjes mochten zich al vanaf hun 12de prostitueren…
³ Lenaers werd ontslagen. Bij zijn ontslag werd ook vastgesteld dat hij een 2000-tal dossiers over allerhande Brusselse persoonlijkheden bij had gehouden. Een voornaam deel van zijn informatie had hij uit de bordelen gehaald…

Deel dit artikel:

Lees ook deze artikels