We staken de grens over. We plukten bloemen in andermans velden,
zachtjes de woorden stamelend van een voor het eerst gehoorde taal,
we brachten de nacht door onder de naakte hemel, en ons thuisland in onze dromen
verscheen minder en minder, en, bijna steeds zijn haar winterachtige
landschappen – wrede, grootse plekken,
verzegeld met de stempel van de onveranderlijkheid. We vergaten
de zeldzame stemmen van haar vogels, de geur van thuis, en dit
vermogen leek gepast, eerder dan een hindernis.
Het land was al uitverkoren als het onze.
De vervoering van hier te leven bereikte haar hoogtepunt
Maar soms kwam in onschuldige gesprekken de naam van
een vreemde bedelaar uit Ithaca, de onbegrijpelijke Odysseus, ons verontrusten.
De Oekraïense Halyna Petrosanyak (°1969) leefde jarenlang in Ivano-Frankivsk, een stad aan de voet van het Karpatengebergte, op de grens met Roemenië. Onherbergzaam gebied, dat wel, maar ook een prima plek voor poëten. Ivano-Frankivsk dankt immers niet enkel zijn naam aan een … dichter, maar er ontsproot ook behoorlijk wat literair talent. Genoeg alvast voor Petrosanyak om samen met een aantal dichters-filosofen uit haar stad het ‘Stanislav Fenomeen’ te vormen (vernoemd naar de vroegere naam van Ivano-Frankivsk), een collectief van lokale schrijvers die na de val van de Sovjet-Unie het westerse postmodernisme omarmden.
Petrosanyak zelf is dichteres en vertaalster. Voornamelijk vanuit het Duits naar het Oekraïens. Haar eigen poëzie verscheen ook in Duitse vertaling. Ze werkte veel in het buitenland en omschrijft zichzelf als een ‘trekvogel’. Het is een autobiografisch aspect dat in haar poëzie voortdurend terugkeert. Ook in het gedicht hierboven. Als grens- en bergbewoonster krijgt haar omgeving letterlijk veel ruimte in haar gedichten. Petrosanyaks poëzie is ook minimalistisch en postmodern. Ze toetst haar eigen gevoelens aan figuren uit klassieke mythes, zoals hier Odysseus.
Dit gedicht is geschreven in 2000, in tempore non suspecto – hoewel Oekraïne, gezien zijn geschiedenis, misschien nooit echt een tempore non suspecto gehad heeft… Lang dus voor de Russische annexatie van de Krim in 2014, lang dus voor de Russische inval van eind februari… In deze barre tijden krijgt het een extra wrange bijklank.
Petrosanyak haalt de steeds terugkerende tweedeling aan tussen natuur en mens. De bergen, de winterlandschappen; ze zijn misschien wel wreed in zekere zin, maar ze zijn bovenal voorspelbaar. Ze krijgen allemaal het cachet van onveranderlijkheid opgekleefd. En vormen zo ook een constante voor de dichteres. De verontrusting daarentegen, die komt vanuit het menselijke; van bij Odysseus; de onbegrijpelijke. Een beetje alsof l’enfer les autres zijn. En zo is het voor veel Oekraïeners wellicht ook…
Kurt Deswert