Boekbespreking van Thomas Crombez, De moord op de kunst. Een historische inleiding tot de kunstfilosofie (tweede herziene en uitgebreide editie, Letterwerk, Borgerhout, (2016; 2021)
Ik heb een mooi boek gelezen. Letterlijk mooi. Of beter gezegd materieel, vormelijk mooi …. De moord op de kunst van Thomas Crombez is bijzonder fraai vormgegeven door letterwerk, een uitgeverij en ontwerpstudio (www.letterwerk.be) uit Borgerhout die publicaties maakt over filosofie, muziek, kunst, geschiedenis en theater. Letterwerk werd opgericht door — jawel — Thomas Crombez, docent Kunstfilosofie en Geschiedenis van het Grafisch Ontwerp aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen.
De vormgeving van het boek is de reden waarom ik het boek in eerste instantie heb vastgenomen, doorbladerd en gekocht. Al zegt de website van de uitgeverij dat een ‘publicatie’ een boek kan worden, of een website, of allebei, een boek van papier met inkt, kaft en al, is en blijft een verleidelijk object voor de boekenliefhebber. Het boek flirt met je in de winkel en op een moment val je ervoor en neem je het mee naar de kassa. Dat soort boek is het dus.
De moord en de moordenaar
Maar het is geen boek om in je boekenrek te laten. Je moet het lezen. Het is een bijzonder helder geschreven geschiedenis van de kunstfilosofie. Niet van de kunst dus, maar van de reflectie over kunst, esthetiek en schoonheid.
De moord – en dus moordenaar – waarvan sprake in de titel slaat op Plato (-427 tot -347) die de kunstenaars uit zijn ideale samenleving verbant omdat het leugenaars zijn die enkel nabootsen en dus een schijnwereld voorhouden. De eerste reflecties over kunst in de westerse filosofie beginnen met een valse noot. Maar de moord zou ook op de destructieve kijk van de Avant-Garde, de futuristen kunnen duiden helemaal op het einde van het boek. In het laatste hoofdstuk zien we hoe Walter Benjamin oordeelt (in 1936) dat in tijden van technische reproduceerbaarheid (foto, film) het kunstwerk haar aura verliest. De Avant-Garde zet de toekomst van de kunst op het spel. Een open einde dus, die ruimte laat voor een vervolg over de kunstfilosofie vandaag. Een vervolg dat Crombez ook heeft geschreven.
Het boek is ontstaan uit de lessen die Thomas Crombez geeft. Ik vermoed dat het nu ook het tekstboek is voor de studenten die zich er gelukkig mee mogen prijzen. De geschiedenis wordt er zeer pedagogisch aangebracht en vereist zo goed als geen filosofische voorkennis. Crombez begeleidt ons door de geschiedenis van het westerse denken en staat telkens stil bij filosofen die – vaak in de marge van hun werk – over kunst en schoonheid hebben gereflecteerd. Enkele malen gaat het over een beoefenaar van die kunsten, een architect, dichter, schilder, theaterschrijver, die over zijn vak en het doel en belang ervan reflecteert. Telkens krijgen we een biografische en historische inleiding tot de figuur en zijn leefwereld en wordt de filosofie van de betrokkene beknopt maar helder in herinnering gebracht. Daarmee is het boek ook een fijne geschiedenis van het westers denken. Meer nog. Het maakt heel even een ommetje langs het oosten, en het oosters denken dat in aanraking kwam met het westers denken. De translatio studiorum, de vertaling van de Griekse teksten naar het Arabisch en vanuit het Arabisch naar het Latijn, krijgt een bijzonder plaats met Ibn Siena (Avicenna) en Ibn Roesjd (Averroes). Beide hebben bij het vertalen namelijk ook een kritiek en dus een bijdrage tot de reflectie over kunst nagelaten die onze westerse geschiedenis mee vorm gaf. Kleine icoontjes in de marge, met de portretten van de vele aangehaalde denkers, leggen de verbanden en maken verwijzingen tussen de verschillende concepties over kunst doorheen de geschiedenis (zie afbeelding).
Esthetica en ornithologie
Van Plato tot Benjamin volgen we het spoor van het denken over kunst. De begrippen die vandaag als verworven overkomen, werden zeer geleidelijk aan in het denken over kunst geïntroduceerd: de mimesis of nabootsing van de natuur, de kunst als catharsis of zuivering van emoties, de rol van kunst voor de moraal, kunst en schoonheid als harmonie van verhoudingen, kunst als smaak en het gezichtspunt van diegene die naar kunst kijk of kunst ervaart, kunst als ervaring van het sublieme en niet noodzakelijk het mooie, kunst als vervreemding, aliënatie, als maatschappijkritiek, kunst als ambacht versus kunst als het artistiek product van een kunstenaar, kunst als esthetische ervaring, als individuele expressie, als inleving, als herbeleving, kunst als bluf, als provocatie, kunst als een product dat aan een vraag beantwoordt zelfs … Begrippen die elkaar soms tegenspreken, elkaar soms aanvullen, elkaar ook opheffen. In de inleiding citeert Crombez de Amerikaanse schilder Barnett Newman: “Esthetica is voor de schilderkunst wat ornithologie is voor de vogels”. Dit vat het verhaal van De moord op de kunst mooi samen. Het boek zegt evenwel zeer weinig over hoe de massa’s kunst hebben ervaren doorheen de geschiedenis. Het blijft een boek over de reflectie van voorname denkers die sporen hebben nagelaten over hun reflectie over kunst. Maar toch een zeer mooi boek dus, in alle betekenissen van het woord.
Johan Basiliades