Het Willemsfonds in Brussel bestaat al 150 jaar. In vorige edities van Kortweg gingen we reeds in op ons verre verleden en talrijke personen die hebben bijgedragen aan onze vereniging. Maar ook ons recente verleden kent natuurlijk enkele belangrijke figuren. Twee vrouwen springen daarbij in het oog: Mireille Corteville, die sinds 2006 onze voorzitster is, en haar voorgangster: Yvette Butzler. ‘La grande dame’ van het Brusselse Willemsfonds – ze was 30 jaar voorzitster – overleed veertien jaar geleden.
Yvette Bützler, geboren in 1935 in Torhout als Yvette Vanneste, liet haar West-Vlaamse roots achter zich tijdens haar studies aan het Lyceum en de Normaalschool van Laken. Ze studeerde verder aan de Nederlandstalige afdeling van de rechtsfaculteit van de Université Libre de Bruxelles, waarna ze zichzelf beloofde zich de rest van haar leven in te zetten voor de identiteit en de rechten van de Vlamingen in Brussel. Begon haar engagement als een taalstrijd in de breedste zin van het woord, dan evolueerde die in de loop van de jaren in een strijd voor emancipatie, opnieuw in de breedste zin van ook dat woord.
Een rijke carrière
Haar goedgevulde loopbaan werd reeds meermaals beschreven, zoals in het nationale Willemsfonds-tijdschrift Rechtuit waarin die andere grote Brusselse Willemsfondser Willy Dehondt haar in 2011 herdacht. Kort samengevat, Yvette Bützler was actief op het onderwijsfront, in het bibliotheekwezen, in de brede cultuursector met een ereplaats voor het Willemsfonds, in de PVV en de (Open) VLD en als advocate als verdedigster van vrouwen en kinderen. Ze was een van de gedreven voortrekkers in de vele Vlaamse samenwerkingsverbanden in het Brusselse zoals het Elf Julicomité, het Contact- en Cultuurcentrum Brussel en de Drie Brusselse Fondsen.
Ze liet ons bij haar overlijden niet met lege handen achter. Haar realisaties hielden stand en bleven een impact hebben op het Vlaamse leven in Brussel, en om daaraan te herinneren, is er het archief dat ze deponeerde bij Liberas in Gent.
Erfenis
Twee grote schenkingen, uit 1997 en 2010, vormen de bulk van wat ze ons achterliet en waarmee ze een tipje van haar levenssluier oplicht. Haar inzet voor een politieke Vlaamse aanwezigheid wordt vertaald in een aantal dossiers die vertrekken vanuit haar lokale PVV-afdeling in Ganshoren. Stukken over verkiezingen, over samenwerking en tegenwerking, over politieke projecten, de relatie met de arrondissementsfederatie PLP-Bruxelles en de rol van de Liberale Vooruitstrevende Volksbond van Brussel. Een moeilijke episode in dat hele politieke verhaal, met name de mislukte staatshervorming via het controversiële Egmontpact einde jaren 1970, is uitgebreid gedocumenteerd.
Dan is er uiteraard het Willemsfonds. Ze documenteerde de afdelingswerking van de laatste decennia van de twintigste eeuw op niveau van haar afdeling Ganshoren, op Brussels niveau met het Willemsfonds Agglomeratie Brussel en vervolgens haar rol in het Willemsfonds Algemeen Bestuur. Heel veel aandacht ging tenslotte naar haar geliefde Willemsfonds Avondschool, voor Bützler een machtig bastion dat volledig ten dienste moest staan van het taalkundig samenleven in Brussel, de perfecte brug tussen de Vlaamse en alle anderstalige culturen in het Brusselse.
Haar aandacht voor onderwijs beperkte zich niet tot de Avondschool. Ze bewaarde dossiers over haar inzet voor de Vereniging voor Nederlands Vrijzinnig Hoger Onderwijs (VNVHO) en het Vlaams Onderwijscentrum Brussel (VOC), over de strijd voor de oprichting van een volwaardige Nederlandstalige Vrije Universiteit Brussel (VUB) naast de eerbiedwaardige Université Libre de Bruxelles (ULB).
Vrouwenemancipatie en de verdediging van vrouwenrechten waren duidelijk twee thema’s die haar daarnaast heel nauw aan het hart lagen. Geheel binnen de tijdsgeest zijn de vele brieven, nota’s, wetteksten, persoonlijke aantekeningen en andere stukken met betrekking tot de standpunten van de Belgische Vereniging van Vrouwelijke Juristen en de Groepering voor de legalisatie van Abortus van de Vrouwelijke Advocaten van de Balie te Brussel met betrekking tot de legalisering van zwangerschapsonderbreking, een mooie aanvulling op het uitgebreide archief van Lucienne Herman-Michielsens. Geheel in de stijl van het Willemsfonds trok Yvette Bützler ook de boer op langs de podia van verenigingen en organisaties om vrouwenrechten te verduidelijken en te verdedigen. In de verschillende thematische dossiers bewaarde ze klad- en netversies van voordrachten naast persknipsels en haar documentatie. Haar inzet werd bekroond met een lidmaatschap van de Commissie voor de Status van de Vrouw, die de conclusies van de VN-top in Mexico in het kader van het Internationale Jaar van de Vrouw uit 1975 in beleidsteksten zou vertalen. Parallel was ze ook lid van het beter gekende Vrouwenoverlegcomité, waarvan stukken uit de periode 1976-1978 werden bewaard.
Over het archiefmuurtje heen
Op zich al een mooi pakket, maar Yvette Bützler is op nog veel meer plaatsen in de archiefgangen terug te vinden. Heel wat portretten van haar vonden hun weg naar de fotocollectie, in fragmenten uit Het Vrije Woord zien en horen we haar in 1976 stelling innemen over de Vlaamse en vrijzinnige aanwezigheid van het Willemsfonds te Brussel met onder meer beelden van de Willemsfonds Avondschool en in 1980 debatteren met Adriaan Verhulst en Paul Van De Voorde over een staatshervorming na het Egmontpact. Verderop in de beeldbank zijn flyers en affiches uit haar politieke loopbaan terug te vinden en in de archieven van de Stichting Arthur Vanderpoorten en het Willemsfonds konden sporen van haar aanwezigheid ook niet ontbreken.
Kortom, een bezige bij, die ook na haar dood kan blijven inspireren en wiens archief tot lering van de volgende generaties dienst blijft doen.
Bart D’hondt en Florian Van de Walle,
Liberas