Bieren van ‘Brasserie de la Senne’ zijn een echte hit in Brusselse cafés. Een succes dat wellicht ook te danken is aan hun exclusieve aard. “We bedienen eerst Brussel, dan België. Dit wil concreet zeggen dat wij onze export bewust beperkt houden, en dat ondanks het grote internationale succes”, aldus mede-oprichters Yvan De Baets en Bernard Leboucq. Daarom besloot Willemsfonds Woluwe om deze ietwat geheimzinnige en op-en-top Brusselse brouwerij een bezoekje te brengen. Dat bezoek werd afgesloten met – hoe kan het ook anders? – een degustatie van een aantal van hun toppers.
De laatste 10 jaar is er in de hoofdstad steeds meer belangstelling voor ambachtelijke bierproductie, ook bekend als het maken van “craft beers”. Brasserie de la Senne stond mee aan de wieg van deze nieuwe golf, want ze lanceerden hun eerste microbrouwerij al in 2003 (en dus lang voor het hip werd!).
Wat in 2002 begon als een onschuldige kennismaking op de Zinnekeparade, eindigde voor Yvan en Bernard met een indrukwekkende brouwerij in Tour & Taxis. Na een korte inleiding over hun begindagen, werden de aanwezigen rondgeleid in de productieruimte. “90% van het werk van een brouwer houdt kuisen in”, was alvast één van de indrukwekkendste quotes. De minste vuiligheid die in het brouwsel valt verpest het geheel. De ingrediënten zijn dan ook van de beste kwaliteit, want al het bier moet een eigen harmonieus geheel van aroma’s en smaken vormen, afkomstig uit kwalitatief mout, hop en gist. Daarom bezoekt Yvan De Baets elk jaar de Europese boeren die hem de ingrediënten aanbieden.
Na een interessante rondleiding werd de groep uitgenodigd om bier te proeven. 4 biersoorten, telkens vergezeld van uitleg over de ingrediënten, maar ook van het verhaal achter de naam zelf. Eerst kregen de deelnemers een Zenne Pils: een pintje, weliswaar ongefilterd en niet-gepasteuriseerd. Het is van lage gisting en heeft een moutig karakter. De Zenne Pils is dan ook licht troebel en lichtjes bitter, gehopt met oude variëteiten van Duitse hops.
De degustatie werd vervolgd door de Taras Boulba, een blond en tevens licht troebel bier van hops in “dry-hopping”, die haar een kruidige en licht citroenachtige toets geven. Deze is nog iets bitterder dan de vorige, maar eindigt droog. De Taras Boulba werd vernoemd naar een roman van de Russische schrijver Gogol die een Belgische context kreeg. Op het etiket van het bierflesje staat een boze circusdirecteur met een biervat boven zijn hoofd, klaar om het naar zijn zoon te gooien (vergelijkbaar met het oorspronkelijk verhaal). Hij roept: “Smeirlap!” De reactie luidt op z’n Brussels: “Awel merci! Taras Boulba es roezeg van kolaire! Zanne zaune es mi een wolline getraut!” (vertaald naar het Algemeen Nederlands: “Ziedaar, Taras Boulba is razend kwaad. Zijn zoon is met een Waalse getrouwd!”).
Het derde bier dat de groep voorgeschoteld kreeg was het Zinnebir, ook het oprichtend bier van de brouwerij. Dit is een goudkleurige pale-ale met licht fruitige en hoppige aroma’s en werd, zoals het etiket op het flesje mooi illustreert, vernoemd naar de Zennerivier die door Brussel vloeit.
Als afsluiter kregen de deelnemers een Jambe-de-Bois, een gebalanceerde gehopte Tripel, gevaarlijk makkelijk om te drinken (het is tenslotte 8%!). Toetsen van peer en rijpe banaan zijn aanwezig, waarna de hop zich ontwikkelt tot bloemige en kruidige accenten. Dit bier brengt met haar naam een eerbetoon aan de Belgische revolutie. Zo staat er “Belgian Revolution Triple 1830” op het etiket.
En zo eindigde het bezoek aan de op-en-top Brusselse Brasserie de la Senne… Een aanrader voor elke bierliefhebber! (Adres: Anna Bochdreef 19-21, Brussel)
Carla Dejonghe, Willemsfonds Woluwe