Nadat de bladeren zijn gevallen, keren we terug
Naar een pure betekenis der dingen. Het is alsof
We aan het einde zijn gekomen van de verbeelding,
Roerloos in een inert savoir.
Het is zelfs moeilijk om het adjectief te kiezen
Voor deze blanco kou, deze tristesse zonder aanleiding,
De grote constructie is verworden tot een bescheiden woning.
Geen tulband wandelt er over de ineengekrompen vloer.
De serre heeft nog nooit zo erg verf nodig gehad.
De schoorsteen is vijftig jaar oud en helt over naar één kant.
Een fantastische inspanning heeft gefaald, een herhaling
Van een repetitiviteit van mensen en vliegen.
En toch, de afwezigheid van verbeelding moet
Zelf ook bedacht worden. De grote poel,
De pure betekenis ervan, zonder afspiegelingen, bladeren,
Modder, water als vuil glas, dat stilte uitdrukt
Van een bepaalde soort; de stilte van een rat die komt gluren,
De grote poel met zijn verkwisting van de lelies, dit alles
Moest ingebeeld worden als een onvermijdelijke wetenschap,
Noodzakelijk, zoals waar een behoefte nood aan heeft.
Wallace Stevens
Niet alle dichters leiden een bestaan vol armoede en ontberingen. De Amerikaan Wallace Stevens (1879-1955) was een groot deel van zijn volwassen leven vice-president van een grote Amerikaanse verzekeringsfirma. Zijn comfortabele positie weerhield hem er niet van om tijdens de dode uren van de dag en nacht koortsachtig poëzie te schrijven en zo uit te groeien tot één van Amerika’s voornaamste dichters van de 20ste eeuw.
Stevens begon gedichten te publiceren terwijl hij aan Harvard studeerde. Zijn studies moesten echter afgebroken worden toen zijn ouders er de financiële middelen niet meer voor konden opbrengen. Uiteindelijk zou hij toch nog een rechtenstudie afwerken en zo in de verzekeringen belanden. Zijn poëzie ontwikkelde zich intussen verder en werd steeds vaker geroemd om zijn helderheid en precisie en zijn bijna naadlose fusie van creatieve verbeelding met objectieve werkelijkheid.
‘De pure betekenis der dingen’ beschrijft het artistieke proces. De dichter of kunstenaar die altijd weer op zoek gaat naar de diepere betekenis van de dingen, heeft af en toe tijd nodig om te herbronnen alvorens aan iets nieuws te kunnen beginnen. De verbeelding waarmee naar de werkelijkheid wordt gekeken, is even uitgeput geraakt. Herhaling dreigt ook om de hoek. En dat is voor een creatieveling nooit goed. Maar hoe counter je die? Wel, volgens Stevens door soms gewoon terug te keren naar de essentie. Het is een noodzaak om de dingen gewoon terug ‘at face value’ te bekijken. Gelijktijdig maakt hij ook wel duidelijk dat die noodzaak of innerlijke dwang om op zoek te blijven gaan naar wat er achter de dingen zoal schuil gaat, ook gewoon blijft bestaan. En dat daar dus ook maar beter aan toegegeven kan worden.
In wezen kan het gedicht ook als een ruimere levensles gelezen worden. Innerlijk behoeftes – wie heeft ze niet?- hebben er baat bij wanneer er van tijd tot tijd ook gewoon even letterlijk bij stil wordt gestaan. Gemoedsrust; we zijn er allemaal naar op zoek.
Kurt Deswert