Over nazi’s, sovjets, ‘Z’, Che en Fidel Castro
Dupuis kondigde bij het begin van de zomer een Nederlandstalige versie aan van De avonturen van Robbedoes en Kwabbernoot: de Varkensbaai. In dit verhaal moeten Robbedoes en Kwabbernoot in 1961 voor de redactie van Dupuis verslag uitbrengen over een historische speech die Fidel Castro zal geven voor de algemene vergadering van de Verenigde Naties in New York. Ze geraken er betrokken in een CIA-complot om Castro te discrediteren. Zo belanden ze in Havana op het moment dat Kennedy zijn akkoord geeft voor operatie Varkensbaai. IJzerlijm brengt ondertussen verslag uit voor de de redactie van Dupuis over het leven in Cuba en wordt er gecharmeerd door Che Guevara. Tekenaars en scenaristen Ehic, Lemoine en Baril voeren Robbedoes, Kwabbernoot en IJzerlijm op met veel humor en een kwinkslag doorheen deze historische periode. De dictatuur en de dictators worden er te kijk gezet. Che wordt er als een goedkope verleider neergezet die alle ‘s’ klanken op zijn Argentijns als ‘che’ uitspreekt met nodige spraakverwarring. We zien ook hoe het iconisch beeld van Che op T-shirts, posters en pins ontstaat — Buster Keaton-gewijs — in een achtervolging waar een pot zwarte verf en een rode T-shirt over Che’s gezicht vliegen. De CIA en Cubaanse anti-castro rebellen zijn dan weer meer op geld en macht dan op vrijheid belust. Tegenover het communisme staat opportunisme.
De intrige is te eenvoudig om echt een sterk verhaal te zijn. Maar de gags zijn goed en alle ingrediënten voor een goed Robbedoesverhaal, en dus ook de Marsipulami bijvoorbeeld, zijn van de partij. Dupuis slaagt er keer op keer in Robbedoes actueel te houden. Emile Bravo verraste ons de afgelopen jaren met het vierdelige Hoop in bange dagen waar hij het aangrijpend verhaal van Robbedoes tijdens de tweede wereldoorlog vertelt, in het verzet. Robbedoes helpt de joodse schilder Félix Nussbaum onderduiken. Het duo Schwartz en Yann deden het Emile Bravo al voor en voerden onze Belgische helden ook al op in het verzet van de jaren ’40-’45 in Brussel in Piccolo in veldgroen
Na Kuifje, nu ook Robbedoes bij de Sovjets
Neidhardt en Tarrin verzorgden als gelegenheidsauteurs in 2020 een Robbedoes bij de Sovjets. In volle koude oorlog wordt Graaf van Rommelgem ontvoerd door de KGB. De graaf moet de Sovjets helpen het communistisch gen, waardoor je alles met iedereen gaat delen, in elke mens aan te wakkeren. De communistische dictatuur wordt met veel humor afgeschilderd. Robbedoes en Kwabbernoot bevrijden de graaf en beletten het plan. Maar het alternatief voor het communistisch gen is niet om het meedogenloos kapitalisme zijn vrije loop te laten gaan, maar het humanisme in elk van ons aanwakkeren, besluit de immer naïeve, maar innemende Robbedoes. Robbedoes heeft een lange tradidie in albums waar dictators en dictaturen allerhande worden ontmaskerd, denk maar aan de Dictator en de Paddenstoel of “Z” van Zwendel en De schaduw van Z, door Franquin. Kodo de Tiran door Fournier ook.
Franquin versus Hergé
Als het over Robbedoes gaat, gaat het ook altijd over Kuifje, die andere Belgische reporter en zijn avonturen. Kuifje en Robbedoes trekken, net als Candide, verwonderd de wereld rond en wijzen naïefweg op het kwaad en op het humanisme als alternatief. Ze hebben wel wat gemeen, die twee Belgen. Toch komen ze uit twee verschillende scholen. De school van ‘de klare lijn’ en het serieux versus ‘de dikke neuzen’. Hergé versus Franquin. Het is als met The Beatles en The Rolling Stones, je kan ze beide apprecieren, de meeste mensen hebben toch een voorkeur … Kuifje is internationaal een grotere vedette geworden. De esthetiek van Hergé heeft school gemaakt. Maar de wereld van Robbedoes is me toch altijd sympathieker geweest. Het absurde, het speelse, het zelfrelativerende, … is sterker in de wereld van Robbedoes, Franquin en zijn opvolgers. In een special over Franquin van het weekblad Le Vif vat Jerôme Dupuis de werelden van Hergé en Franquin zo samen: “… we hebben met twee verschillende temperamenten te maken. Hergé is zonder twijfel rechts en zal nooit een millimeter afwijken van zijn klare lijn, waar hij ontegensprekelijk de uitvinder van is; Franquin houdt er anticlericale en pacifistische opinies op na”. Franquin had trouwens ook nog zijn antiheld Guust Flater als uitlaatklep die die andere kijk op de wereld kracht bij zet. Hij had bovendien nog een tweede carrière later als tekenaar van Zwarte gedachten, gags vol zwarte humor. Robbedoes heeft Franquin ook overleefd. De personages zijn zonder hun waar karaker te verloochenen blijven evolueren. Tot op vandaag. Kuifje is de Kuifje van Hergé gebleven. Franquin zou ooit in een interview gezegd hebben: “Hergé is een groot tekenaar”, en er langs de neus weg hebben aan toegevoegd “mais il est quand même un peu con¹. De post-hippie, punk, rebel die een Che T-shirts heeft gedragen versus de katholieke “boy-scout”.
Johan Basiliades
¹ Jérôme Dupuis, “Franquin-Hergé, le rendez-vous manqué, Franquin. Le géant du rire”, in: Le Vif, L’express Lire, Hors-série, n° 9 Januari 2015. Lees in zefde nummer “Entretien Marcel Gotlib” over de ‘dikke neuzen’ versus de ‘klare lijn’.