What women want – Regie: Nancy Meyers, USA.
“Eindelijk gaan we het te weten komen !” denken de heren van de schepping. En dan nog wel van een door een vrouwelijke regisseur geleide Mel Gibson.
Maar de uitwerking van het leuke basis-idee beantwoordt niet echt aan de, althans bij mij, hooggespannen verwachting. Gibson kruipt in de huid van Nick Marshal, publiciteitsexpert met een volgens hem ongeëvenaar-de ervaring en ken-nis van de sector en een onmetelijke dosis mannelijk chauvinisme dat zich uit in o.a. een onuitputtelijke voorraad sexistische moppen die hem, net als zijn onafscheidelijke sigaret, altijd op de lippen liggen. “Het is een mannetjessputter die geen barst snapt van wat vrouwen zijn en wat ze willen” zegt zijn ex-vrouw Gigi ( Lauren Holly ). En zijn zowat zestienjarige dochter Alex ( Ashley Johnson) vindt hem ronduit een eersteklas klootzak.
Tot zover het nogal vet aangezette, maar in al zijn overdrijving toch nog redelijk amusante portret van deze “heer der schepping”. Maar dan krijgt “meneer” een stevige schok. Letterlijk! Van een verkeerd gemanipuleerde haardroger in zijn badkamer. In tegenstelling tot Claude François destijds blijft hij gezond en wel. Maar hij krijgt de voor hem toch wel wonderlijke gave waardoor hij vrouwelijke gedachten kan lezen. Als “deus ex machina” kan het tellen.
Het lijkt erop dat het bedoeling was van de makers om de ééndimensionele patsersfiguur door deze ingreep wat diepgang te geven zonder veel tijd te moeten verliezen aan de psychologische “turn-over”. Maar het lukt niet. Als Nick zich begint te realiseren dat al die vrouwen, waarvan hij dacht dat ze hem onweerstaanbaar vonden, in hem weinig meer zien dan een lompe ezel zit hij natuurlijk in zak en as. Maar de hele film mét hem. En als tegen het einde Nick door het lezen van al die vrouwelijke gedachten een “beter man” geworden is schiet er, helaas voor de toeschouwer, niets meer over van de vinnige brallerigheid die aanvankelijk het hoofdpersonage onuitstaanbaar maar wél grappig maakte. Zowel de situaties waarin Nick na zijn “ongeluk” verzeilt als de dialogen doen nogal aftands aan en de gimmick van het gedachtelezen is al vlug helemaal uitgemolken.
Eigenlijk ontbreekt er wat vrouwenlijk weerwerk in dit Mei Gibson vehikel. In plaats van hem al het werk te laten doen had de scenarist er beter aan gedaan tegenover hem een dametje te plaatsen en de balans de hele film lang aan beide kanten te laten doorslaan. Met alle mogelijke ten top gedreven hilarische effecten vandien. Maar het heeft niet mogen zijn.
Uit Kortweg 1 – januari 2001