Originele titel: Love after Love
De tijd zal komen
wanneer je, opgetogen
jezelf zal begroeten, arriverend
aan je eigen deur, in je eigen spiegel
en elk zal glimlachen bij het welkom van de ander
en zeggen, zit hier. Eet.
Je zal de vreemde die je zelf was, opnieuw liefhebben.
Geef wijn. Geef brood. Geef je hart terug
aan zichzelf, aan de vreemde die je heel je leven
al lief heeft gehad, die je negeerde
voor een ander, die je volledig kent.
Neem de liefdesbrieven van de boekenplank af
de foto’s, de wanhopige briefjes,
Schraap je eigen beeld van de spiegel af.
Zit. Verorber je leven.
Eind jaren ’90 werd het vak ‘Hoogtepunten uit de poëzie’ aan de VUB gedoceerd op woensdagavonden tussen 16u en 18u. Professor van dienst was de veel te vroeg overleden Michel Bartosik (1948-2008). Bartosik was zelf een dichter. Hij had een sonore, licht brommende stem – altijd goed voor een poëet – en bezat, met zijn Poolse roots en Antwerpse jeugd, een ietwat enigmatische, maar uitermate innemende persoonlijkheid 1. Op winteravonden liet hij tijdens die twee uur zo telkens 2 à 3 meticuleus uitgezochte gedichten uit de wereldliteratuur de revue passeren voor een uitgebreide analyse. Bartosik reikte daarbij telkens een aantal handvaten aan; biografische gegevens en de meervoudige betekenis van sommige kernwoorden. Meer niet. Vervolgens liet hij zijn studenten de gedichten onderwerpen aan een close reading om zo tot een eigen interpretatie te komen 2. Zijn lessen hielden het midden tussen academia, literaire analyse, esoterie en algehele levensfilosofie. Ze bereikten, althans voor de ontvankelijken, wel hun doel. Eén van die gedichten was ‘Love after Love’ van Derek Walcott.
Dit is wellicht Walcotts (1930-2017) bekendste korte gedicht. Als auteur werd hij vooral bekend door ‘Omeros’, zijn lange epische gedicht, geïnspireerd op de Odyssee, maar dan in een Caribische context. Walcott is de ultieme dichter van de Caribische melting pot, met Westerse, Amerikaanse en Afrikaanse invloeden die hij moeiteloos in tintelend Engels in elkaar laat overvloeien. ‘Love after Love’ is echter iets anders. Het had even goed door een Franse, Poolse of Chinese dichter geschreven kunnen worden. En dat maakt het ook zo bijzonder. Walcott heeft hier zijn eigen stylistische stempel uitgewist om iets wezenlijks over de ‘condition humaine’ te zeggen.
Dit is geen ‘klassiek’ liefdesgedicht. Die gaan doorgaans over de verheerlijking van de liefde of de ander. Love after love gaat over zelfliefde. Niet de narcistische variant, waarbij empathie ver te zoeken is, maar wel die waarbij je zorg draagt voor jezelf. Walcott beschrijft hoe te herstellen van de ‘verstrengeling’ die zo typisch is voor de liefde, maar waarin een mens ook het risico loopt zichzelf te verliezen 3. Volgens Walcott kan dat door kleine stapjes te zetten. Dat klinkt misschien een beetje als een advies uit de Flair of de Libelle, maar in de woorden van een Nobelprijswinnaar Literatuur uit Saint-Lucia krijgt dit stappenplan een poëtische dimensie en bovendien, it makes sense in psychologisch opzicht. Lees aandachtig de verschillende versregels. Die zijn telkens kort. Ze zijn ook opgesteld in een zacht imperatief. Hun ritme wordt ook soms onderbroken; zoals in: “wanneer je, opgetogen”. Hiermee geeft Walcott subtiel aan dat het proces met horten en stoten zal verlopen, maar dat het doel an sich wel duidelijk is. Het is ook niet zonder reden dat hij woorden gebruikt zoals de spiegel, de deur, wijn, brood. Bij hem zijn dit geen dode metaforen die zo oud zijn als de literatuur zelf, maar wel woorden en zaken die een persoon moeten helpen om terug te ‘aarden’. Back to reality.
De meest klassieke lezing van dit gedicht stelt natuurlijk dat dit over de zelfherontdekking gaat na een liefdesbreuk. Maar in feite is dat maar een beperkte lezing. Het gaat over jezelf verliezen tout court. Of dat nu in de liefde is, in je kinderen (!), in drugs of -in this day and age- je werk. Het gaat over overgave en jezelf terug leren centreren. Walcott toont zeer concreet aan hoe je terug ‘naar de basis’ moet en vooral, dat je moet beseffen dat die nooit verloren is gegaan. Ze is misschien wel even overspoeld of ondergesneeuwd geraakt door de buitenwereld. Walcott schrijft dit alles echter vooral met zeer veel empathie en wijst op het belang van zelfcompassie. Wie zichzelf nooit verliest, is immers zelf maar al te vaak een lost cause. En gaat ook nooit de weg vinden. In die zin sluit dit gedicht thematisch natuurlijk wel weer aan bij zijn bewerking van de Odyssee.
Kurt Deswert
1 – Van Bartosik kwam ook de ietwat schampere opmerking: “En dat voor een dichter!” nadat hij Kristien Hemmerechts’ biografische aantekeningen over de bedprestaties van haar partner Herman De Coninck ter sprake bracht. Maar dit geheel terzijde.
2 – Al dient gezegd dat hij die meermaals ook wel subtiel een bepaalde richting uit durfde sturen…
3 – Een beetje jezelf verliezen is doorgaans wel nodig. Stel je voor dat je je hele leven alleen maar met jezelf opgescheept zit… Wat een armoede…